2022 Kleine sleedoornpage - Satyrium acaciae  E: sloe hairstreak  D: Kleine Schlehen-Zipfelfalter  F: Thècle de l'amarel

De kleine sleedoornpage leeft bij droge struweelgroepen in bossen, langs bosranden of in het open landschap. Op verlaten wijnbergen op kalkbodem kunnen ze aangetroffen worden. De eitjes worden vrijwel alleen afgezet op sleedoorn (Prunus spinosa), en dan wel op takken in de volle zon. De rups ontwikkelt zich eerst wel in het ei, maar ze blijft er nog in zitten tot na de winter. Pas dan komt ze eruit en voedt zich vervolgens met de jonge bladeren. Voor de verpopping verlaat ze de waardplant. De vlinders schijnen een voorkeur voor witte nectarplanten te hebben. De kleine sleedoornpage vliegt in één generatie per jaar.
De kleine sleedoornpage komt voor tot 49°NB in Frankrijk en tot 51°NB in Duitsland en Polen. Ontbreekt in Portugal en Spanje behalve Montes Universalis en het noorden, ontbreekt ook in Z-Italië en op de mediterrane eilanden. Vliegt van zeeniveau tot 2000m.


Vliegtijd: juni, juli.
Status Europa: Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux: Verdwenen uit Wallonië. Dichtstbijzijnde populaties in de Vogezen.